KLEM (20)
![]() |
LYRIEKcollage #549 |
VOORSTELLING
Ik was bevangen in de apologie van het lichaam
hemelen van luchtblauw bij wijze van voorhof
tot absentie waartoe mijn blik diende tot
voorportaal
een weg met geboomte aangetast door
vaatziekte gekapt en
heraangeplant
ik was aangetast door gezondheid terwijl ik
mij onvoldaan waande, dit diagnosticeerde als
ziekte uit vertwijfeling over de eenvoud van
mijn ontwerp, dat ik deze naam verbood uit
vertwijfeling over mijn ongenoemdheid, want geen
naam noch
enig teken ervan leefde in een anders
dan mijn
bewustzijn
Kees Ouwens, Klem, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984, p.26
Reacties