KLEM (18)
![]() |
collage #547 |
AANBLIK
Ik ben de betovering van het aanblikbewustzijn
Tot godwordens toe was ik mij opgeheven deinende
Ik nam een weg, landschappelijkheidsontmanteling alom
Kon ik geen blik meer kwijt dan aan die in extremis
Ik ben de betovering van het aanblikbewustzijn
Ja, tot kapotwordens toe was ik mij, mijn volmaakte
jongelingschap, mijn afwending van deze te vergeten
tevergeefse tijd
Niet ben ik dan als de betovering van het aanblikbewustzijn
want niets was ik dan als deze oogafsterving
want niet weende ik dan om deze droefenis
want niets vond ik dan om in deze droefenis niet anders
dan deze zelfde
aanblik te bieden, want niets was ik dan een zekere onttuigdheid
een zinneloos
Kees Ouwens, Klem, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984, p.24
Reacties