KLEM 11


540 - "hedendaagsheid" - Collage - A4



IK WAS NIEMAND MINDER DAN MIJZELF AAN WIE IK


mij aanbood want u wist dat u mijn voorstelling was
Verdwijn dus uit mijn bewustzijn en dim
uw afgrijselijkheid opdat ik mijn ogen geopend houd en u
uitwerp om tot mij terug te keren. Want ik moet elk woord
zeggen zonder uw antwoord, elke dwaaltocht door de hedendaagsheid
omzwerft de duizeling waarin ik u
ontwierp en de wereld om mij heen was onwezenlijk en ik kon niet
zeggen. Ik dacht aan u als aan voorbije zee waaraan men zich
niet laaft en waarvan de kim is
als uw aarzeling op te doemen. Waarom
heb ik mij aan u overgegeven omdat ik niet
wist dat u mijn voorstelling was. U kan niet bestaan binnen de
hedendaagsheid omdat die mijn lichaam is dat aan de tijd
knauwt. De stomme projectie van uw lichaam splijt de seconde als de
lichtkegel het donker en
ik ontga u.
Wie zou u geweest
zijn zonder mijn enkelvoudigheid en waarom zou ik mij niet aan u hebben
overgegeven als u niet uit mij welde. En waarom zou ik mij niet
hebben neergeworpen voor uw aanschijn dat mijn ontwerp was waaraan u
niets bijdroeg dan wat ik u ter hand stelde. Als u mijn taal kent
vol van de edelste bewoording, die uw niet-bestaan
bezingt, als bestond het, u zou weten dat ik u in een stad zocht terwijl ik
mij bedronk en waarvan
de materialiteit mij verbijsterde. Want ik zag
auto's die boven mij gesteld waren omdat zij het woord in mijn mond deden
besterven

Kees Ouwens, Klem, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984, p.15

Reacties

Populaire posts