MATHILDE (66/72)

472 - "boezemzwoegen' - Collage - A4



LXVI   WEDERZIEN


Wie zou dat looverhutje samenvoegen
    In rozenarmen, waarin geuren wonen...?
    De jonkman fluistert, purper op de koonen,
En zij tuurt, zonder zien, naar 't boezemzwoegen;

Hij kust de handen, die om kussen vroegen,
    Al warrend door de lokken, die hem kronen;
    Ik zie zijn lippen door haar lippen loonen,
En in het scheemrig hutje lacht genoegen.

Mathilde! ik zie u weder, vreugdedronken:
    Gevoelend, dat geen scheiding ons kan scheiden,
    Groei ik in uw geluk meer dan gij beiden.

Gij zijt de mijne: uw lach, uw liefde, uw lonken,
    Uw schoonheid blijft hierbinnen glanzen spreiden,
Waar ge als de zon in zee in zijt verzonken!

Jacques Perk, Gedichten, ISBN 90351 2014 0, p.116

Reacties

Populaire posts