MATHILDE (14/72)

421 - "abeelen" - Collage - A4



XIV   ZIJ SLUIMERT


Zij rust in 't malsche mos en houdt gebogen
    Dien arm, dien mos en lokken beiden strelen,-
Een sprei van groene schaduw, zacht bewogen,
    Daalt uit de zilverloovers der abeelen;

Zij ademt zuchten en zij lacht, als togen
    Er droomen door heur ziel, die vroolijk spelen:
O zoete hoop! Straks opent zij heure oogen,
    Straks zal de hemel nieuwe heemlen telen:

Slaap zacht! Ik zie den donkren nacht genaken,
    Dat gij uw oog voor eeuwig houdt geloken,-
Dan sluimert gij, maar kunt niet meer ontwaken:

Dan zal de zode, die gij dekt, ù dekken,
    Dan zal geen zonnestraal uw lippen strooken,
Geen lied van 't woud u uit dien sluimer wekken, -


Jacques Perk, Gedichten, ISBN 90351 2014 0, p.58

Reacties

Populaire posts