MATHILDE (10/72)

417 - "lokkenvloed" - Collage - A4




X   MORGENRIT


Hoe schudt uw blanke tel den hoogen top,
    En briescht en doet het spichtig oor bewegen,
En stampt het zand tot rots met dof geklop,
    En laat den pluim de zilvren zijden vegen.

    Daar hebt gij snel uw sneeuwen ros bestegen,
En roept, en rukt, en houdt de trenzen op,
En steigert heen in golvenden galop,
    En wendt u in den zaâl, en lacht mij tegen.

Zoo wentelde eens een bolle baar naar land
    De schoonheid zelf, de blanke, uit schuim geborene,
Met lokken als uw gouden lokkenvloed.

    Heil mij, den tot aanbidding uitverkorene!
Hadde in mijn hart uw ros den hoef geplant,
Zoo 't u kon redden, waar mij 't sterven zoet. -


Jacques Perk, Gedichten, ISBN 90351 2014 0, p.54



woordverklaring:

trens: soort paardenbit
zaâl: zadel

Reacties

Populaire posts