OUD GEREEDSCHAP MENSHEID MOE (11/18)

320 - "Drijfjjacht!" - Collage - A4





HET WORSTMOLENTJE

Doormidden gesneden appel,
witte helften naar elkaar toegekeerd
staande helft het bos, de liggende
het veld, is het landschap.

In het klokhuis
wordt het varken vermalen.

Sneeuwen was verboden.
De vrouwelijke varens waren
ook al toegedekt door de winter.

Derde Emmaüsganger verlichtte
de lamp de wentelende messen:
het snijden was er en het was er niet!

Twee messen gingen uit, derde voegde
zich bij hen. Twee schragen uitgezet,
derde voegde zich daarbij.
Jagers glijdend door beijzelde varens,
jagers glijden door beijzelde varens.
Op de scherf van de schotel
die het bos draagt als de helft
van de bevroren doorgesneden appel.

Jachtscherf met de twaalf jagers,
groene en rode. Drijfjacht!
drijft het pottenbakkerswiel.
En het worstmolentje draaide.

Het dorp een doos rode patronen,
slaghoedjes rokend.
Sneeuwen was verboden.

Terwijl de jagers jaagden,
terwijl ijzel ijzelde, waar de weg
het bos inging als in een klokhuis
zwart als de mond van het worstmolentje,
klapt het snijvlak van het bos
met een slag op het witte veld, wordt
het roze varken geslacht.

Drijven! Van de drijfjacht! Wie
drijft de spijker, wat drijft de messen,
wie drijft mij, dit landschap in.

Het dorp een doos rode patronen.
Sneeuwen was verboden.

(1971-1975)


H.H. ter BalktHee Hoor Mij Ho Simultaan op de Brandtorens. Verzamelde Gedichten, ISBN 978 90 234 7498 2, blz 536-537

Reacties

Populaire posts