OUD GEREEDSCHAP MENSHEID MOE (6/18)


315 - "takkenbosmijten" - Collage - A4



DE SLIJPSTEEN

Mijn wieg stond tussen roekeloze schimmels.
Mij openbaarden jong al de vlam, de pissebed
hun apocalyptische visioenen. Dieper
dan de wortel kan het onheil niet gaan.

Mijn wieg stond tussen vrolijke schimmels.
Ik zag de vluchtweg van de das, de blijdschap
waarmee krakende takkenbosmijten zich hulden
in hun jassen van stof en grijsheid.

Mijn wieg stond tussen uitbundige schimmels.
Ik die de omhelzingen van herfstbladeren hoore
(mij werd als gesternte een rookwolk geschonken)
onder mijn voeten, heb de schoonheid van verscheurde vleugels gezien.

Mijn wieg stond tussen alwijze schimmels.
Dieper dan de wortel kan de schoonheid niet gaan.
Wie woudgeruis in zijn hoofd meedraagt, ziekte
van zand onder het bederf van de gravers, de bijl slaat hem gade.

Mijn wieg stond tussen eeuwige schimmels.
Ik zag hoe de Slijpsteen op de aarde stond
als de eerste mens, tot scherping bereid en vermindering
van al wat zich stomper wordend als macht voordeed.



H.H. ter BalktHee Hoor Mij Ho Simultaan op de Brandtorens. Verzamelde Gedichten, ISBN 978 90 234 7498 2, blz 531


Reacties

Populaire posts