Klinkruimte


049 - "armertijds" - collage/veloutyvlek (n°1059)



Klinkruimte


Deze ligstoelluwte is zomeruitloop.
Rijk zon, tevens friste in het hoofd.
Schaduwen van allerleikleurige vogels
snellen ondersteboven over bladgroen,
maar de kastanjekroonvolten staan grof
brandroof getroffen rondom ondertussen.

Op het armertijds cementtegelplateau
glinstert het nieuwe slakkenspoor
spermaverzilverd blauw. Daarin alle
kleuren van de regenboog. Hoor bij
de heg de tikker van twee, steeds
twee, holle steentjes tegen elkaar:

merel, koninkje? Lijvige kat ving
en vrat duif. Rulle witte onderveren
langs de hele slootoever. Was soms
het minivogeltje met zijn imitatie
keelzakelastiek de kinderboekvors
van rek kek kek kowak in het kroos?

Ik kan niet treuren, keur goed dat
in de geslachtelijke liefde het mes,
de lust aan bloed inbegrepen zit,
dat van parfum stront de essentie is.
Aldus omringd door zijn klinkruimte
heden het tongwoord van mijn diglossia.

Jacques Hamelink, Vigerende oudelandse grond. Gedichten, ISBN 978-90-214-4979-1, p.20

Koers van de LYRIEK  

Reacties

Populaire posts