![]() |
dv 2017-020 - "rose bleue" - collage/potlood |
de ochtend
in galop gingen de donkere bloemende nacht op zijn aangezicht door
hij hoorde de wolken noemen
zag opbouwen de grote vogels
betastte de lint in de gangen
met een hand als een driftige monnik
en dan verdwenen de dingen
op witte zwevende ruggen
en terug zag hij arglistig de dieren rondom
mompelend trippelen
er is een schaduw groter dan de bergen
maar dwergen trekken hem
diep in de dalen in de diepte
lopen de smeltende mensen
en riep in hun vechtende haren
een 2 cm meisje
hurken kunnen zij en blaffend
woedende vlammen koelen
sochtends kochten zij gladde kranten
linten wringende snavels
tussen wreed stekende korrels alleen kraken de lippen
in de hemelregen lopend
in de springende wind biddende spieren
korrelen van de dode
maar van de dode woont de deur open
en op grote voeten schroeit hij
dwars door de karige engte
en zingt hij ?
hij zwijgt als een gat in zijn weinige ogen
Lucebert, Verzamelde Gedichten, ISBN 90 234 0260 X, p.38
Reacties