DE DAGERAAD

De misten liggen op het land, het licht
met schuchtre drift welt op,
weerspiegeld door het nevelmeer
verglinstering van sfeer in sfeer;
het zijpelt prikkelend tot
de mist staat opgericht

en steigert, wijl uit grond en stoom
de watergeest opklimt,
het tergend zonvuur tegenrookt,
ontbrand en oostwaarts aangestookt
waar 't immer feller glimt
tot heel de diepte doomt.

Dan groeit de rook en wijkt het rood
of fonkelt bruisend goud,
en tuimelt ruggelings weerom
en borrelt uit dezelfde bron
verwisselend duizendvoud
verrijzenis en dood.



Christine D'Haen, Miroir. Gedichten vanaf 1946, ISBN 90 214 6700 3, p.32



over LYRIEK

Reacties

Populaire posts