KLEM 7

534 - "nadag" - Collage - A4



NATJAS


De dag ontplooit zich als van de werkster de dweil

Ik trek mijn jas aan, snel de twintig trappen af
treed buiten in de onmetelijke beperktheid
Het licht is honderdvoudig als niets dat ik ken
van voor dit ogenblik
zomin als ik

Even verloren als adem is het licht in de middag,
even namiddaglijk is de long
De avond is divers als de nacht, de nacht
is divers als de dag

Ik treed buiten en zie jou, jongen, in je woonwijk, in
het groenloof in de nadag
Stap in het weekgras met je schubschoen richting Bijwijk,
zie het licht boven Stede, bede van de nachtstad
ver van je dagpad, gedonkerte kwettert in zich, geboomte praalt

Kwam je thuis in beslotenis. O, alles overkoepelt groenpraal,
het bulkt uit je slaapstolp, het schreeuwt uit je mondschol,
de dag is als pracht, de nacht is als dag. Maar
weet dit jongen, van je taalsprong, in de beemden in het
gesparte. Nog zie ik je nadag in je natjas.


Kees Ouwens, Klem, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984, p.12

Reacties

Populaire posts