MATHILDE (23/72)

430 - "vunzigkillen" - Collage - A4



XXIII   INTREDE

    Steil rijst de rots, en braam en stekelwisch,
Die hatende aan heur breede flank zich kleefden,
    Behoeden daar een poel van duisternis,
Waarom ze een doornenkrans van weedom weefden;

    Gelijk te middernacht een rosse smids',
Zoo zoekt die muil - waar nacht en stilte zweefden
    Om uit te wellen nu het uchtend is -
Den blik, die ijst voor waar nooit zielen leefden.

't Is of die opgespalkte wolvekaken,
    Die zwelgen willen al wat lieft en leeft,
Den dood met vunzigkillen adem braken;

    Zooals men voor een donkre toekomst beeft,
Beef ik: ik wil, wil niet dien nacht genaken...
    Ik ga - en nergens is wat lichtgloed geeft.

Jacques Perk, Gedichten, ISBN 90351 2014 0, p.69

Reacties

Populaire posts