KLEM 4

528 - "welft" - Collage - A4




KAALTE

Stervend gras, waarom gaat u dood
Waarom is uw stem niet in mijn mond als bloei van
Zulke schoonheid dat mijn adem stokt
En waarom gaat uw groei te gronde, als toch het dorren van mijn hand
Uw bloei behoeft als nog niet enig middel uit de tijd
Van voor uw neergang

Welkend gras, wat is het dat de dood te bieden heeft
Dat uit mijn lijfsvocht niet te peuren valt
Noch welt

Ik zie een zwart binnen de blindheid van mijn tegenwoordig oog
Er is niets dat mij troost ten afscheid, enkel een kaalte van
Het aardvlak welft
Als spiegel van oneindig niets


Kees Ouwens, Klem, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984, p.8

Reacties

Populaire posts