YOENG POE TSJOENG XVIII

533 - "redeloos" - Collage - A4

NACHT

De kleine maan werd door den nacht verslonden.
De sterren gingen onder in de wolken.
Alleen, laag aan de aarde, tracht te branden
Mijn gele lamp. In 't donker schuilen dorpen,
Achter gesloten blinden slapen allen,
Ik waak alleen. Waarom, als allen slapen?
Waarom ik, die zal sterven met de andern?
Ik teeken de karakters zonder eerbied.
Verteren zal mijn hand die schrijft en 't blad
Dat op zich neemt de klacht van dezen nacht.
Het regent redeloos en droef. Vanwaar,
Waarom en waartoe zijn mij deze reeglen
Ontvallen..................................................?

J. Slauerhoff, Verzamelde Gedichten, ISBN 90-388-7038-8, p.509